informatie omtrent de anatomie en het onstaan van de liesblessure

Wat is een liesblessure

In de medische wereld wordt met de naam liesblessure nogal ongenuanceerd omgegaan. Het is een verzamelnaam die
aangeeft dat er pijnklachten aanwezig zijn in de liesstreek, die o.a het gevolg zijn van problemen elders in het lichaam maar ook
duidelijk zijn oorsprong heeft in de liesstreek zelf.
Met een liesblessure wordt vaak een lokale (niet bacteriele) ontsteking van de peesaanhechtingen bedoeld ter hoogte van de
lies. De pijn bevind zich doorgaans aan de binnen-onderzijde van het schaambeen en straalt soms uit naar de binnenzijde van
het bovenbeen en de gehele lies- en of onderbuikregio.

Klachten (symptomen) bij een liesblessure

– pijn in de lies, vaak uitstralend naar binnenzijde bovenbeen
– in de beginperiode pijn na intensief sporten, later ook tijdens sporten
– in de mid-fase wordt de pijn zelfs minder tijdens sporten
– pijn kan in de rusttoestand soms zelfs het hevigst zijn
– het aangedane been in de richting van het andere been bewegen verergert de pijn
– mensen hebben soms het gevoel dat het ondergoed de oorzaak is van het onaangename
gevoel in de lies
– soms zelfs uitstraling naar onderbuik of genitalien
– het gehele bovenbeen kan strak en hard aanvoelen als de liesblessure al langer bestaat

AP = adductorenpijn

anatomie

Als we de spieren bekijken die direct betrokken zijn bij de
liesblessure dan blijkt in de meeste gevallen dat het spieren betreft
die het been van buiten naar binnen bewegen. De pezen van deze
spieren vinden hun oorsprong aan de onderzijde van het
schaambeen (het os pubis “ramus inferior”).De pezen van de
musculus adductor longus en musculus adductor brevis zijn
verantwoordelijk voor de ontsteking die bij een liesblessure nogal
eens aangetroffen wordt. (zie plaatje rechts). Daar waar de pezen
aan
het bot hechten bevindt zich bij de liesblessure de ontsteking. Toch
moeten we ons realiseren dat vrijwel alle spieren aan de binnenzijde
van het bovenbeen in spanning verhoogd zijn en ook een rol spelen
in het ontstaan van de ontsteking. Let wel: er is niet altijd een
ontsteking aanwezig. Meestal enkel eenirritatie van de aanhechting en /of botvlies.

sport als oorzaak van de liesblessure

De meest voorkomende oorzaak is natuurlijk sporten.
Kenmerken van deze sporten:
– a. vaak duursporten (hardlopen, marathon, schaatsen)
– b. krachtexplosies (volley, voetbal waarbij nogal eens gesprongen wordt)
– c. zaalsporten (zaalsporten zijn bij uitstek de oorzaak van spierverkortingen)
– d. veel zijwaartse of draaiende bewegingen tijdens de sport
– e. soms lenigheids-sporten (turnen: overrekking – spierscheurtjes)
De grootste oorzaak is de hoge intensiteit waarmee gesport wordt.

wat kan de huisarts voor uw doen

– spierrekkingsoefeningen geven
– ijspakkingen
– rust voorschrijven
– ontstekingsremmers geven (meestal niet effectief over langere periode)
– doorverwijzen naar fysiotherapeut (oefentherapie, massage, fricties, rekkingen,
apparatuur e.d.)
– in uiterste gevallen een injectie geven (let op : cortisonen zijn niet ongevaarlijk)
– doorsturen naar orthopeed (operatie is niet aan te bevelen)

waarom helpt de therapie niet altijd

Simpel gezegd: omdat men niet de oorzaak van de liesblessure aanpakt maar enkel en alleen het het gevolg. De ontsteking is
het gevolg van een onderliggend probleem. En dat onderliggend probleem zal moeten worden opgelost om van de liesblessure
af te komen.

hoe onstaat de liesblessure ?

In de literatuur wordt overbelasting als belangrijkste oorzaak aangewezen voor de liesblessure. Dit zou je inderdaad
verwachten omdat de liesblessure vnl. voorkomt bij mensen die sporten / dansen e.d. Echter er zijn vele mensen die na een
lange rustperiode (niet sporten) hun klachten direct terug krijgen bij de eerste keer dat ze het sportveld weer betreden. Er is
dus een bepaald mechanisme dat de liesblessure in stand houdt. We kunnen veronderstellen dat dit mechanisme ook de
oorzaak is van het ontstaan van de liesblessure. Als we dit mechanisme dus buiten werking stellen zal de liesblessure snel
verdwijnen. Onze mening is dat overbelasting enkel en alleen de aanzet is tot dit mechanisme en niet de oorzaak zelf.

Om het onstaan van de liesblessure duidelijker te krijgen zullen we ons moeten richten op 3 belangrijke elementen die
gezamenlijk leiden tot de uiteindelijke liesblessure (zie de drie plaatjes hieronder)

                                    

Bij de zoektocht naar de oorzaak van de liesblessure valt ons een belangrijk fenomeen op. De spieren aan de binnenzijde van het
bovenbeen zijn zeer gespannen (continu) en voelen gezwollen aan. Het gehele bovenbeen is harder als het andere niet aangedane
been. Het lijkt alsof het been opgeblazen is. Masseren helpt zelden of onvoldoende; de spanning blijft of komt snel terug.

Waarom is het been gespannen?

De n. obturatorius is de zenuw die de spieren aan de binnenzijde van het been aanzet tot spanning. Nu blijkt dat deze zenuw ook
aftakkingen heeft naar het heupgewricht en het kapsel daarvan. Als we de ligging van deze zenuw bekijken dan zien we dat deze in
de fascie loopt van de m.iliopsoas.(de fascie moet je zien als een dun vlies wat een spier of een orgaan omgeeft: fascie kom je in
het gehele lichaam tegen en zijn allen direct of indirect met elkaar in verbinding). De zenuw loopt dus vanaf de rug (L2-L4) achter
en tegen de m. iliopsoas.
Er moet naar onze mening iets zijn dat de n. obturatorius continu prikkelt zodat de spanning van het bovenbeen verhoogd blijft.
Nadere studie wijst uit dat de positie van de heupkop in de heupkom bij een liesblessure anders is als bij het niet aangedane been.
Het is maar een klein verschil maar wel zeer belangrijk. Daarnaast zien we dat deze positie in stand gehouden wordt door de
iliopsoas. Verder is het belangrijk om te weten dat de fascie van de m. iliopsoas overgaat in de fascia van de bovenbeenspieren en
dus een belangrijke invloed op deze spieren uitoefent. (zie fasciale relatie)
Bij een liesblessure zien we ook altijd een verkorte m. iliopsoas.

Het ontstaansmechanisme:

Een verhoogd spanning van de verkorte m. iliopsoas — leidt tot — positieverandering van heupkop in heupkom (bekkenstand
verandering) — leiden samen tot — irritatie van n.obturatorius — leidt tot — verhoogde spanning spieren binnenzijde
bovenbeen — leidt tot — ischemische toestand van betreffende spieren — leidt uiteindelijk tot — ontstekingsverschijnselen. Dit
alles komt terecht in een viscieuze cirkel waarbij het ene fenomeen het andere versterkt en in stand houdt.